Op jonge leeftijd weet Jan-Wiebe van den Berg het al: hij kan goed leren, maar hij heeft er absoluut geen zin in.
Wanneer hij zeventien is vindt Jan-Wiebe het tijd om te gaan werken. In de zomer start hij als vakantiekracht als strontschepper bij de boer. Na die zomer breekt een tijd aan waarin hij dakgoten schoonmaakt voor Menno Sappé in Joure. Hij viel van het ene baantje in de andere en kwam ook in de Polder terecht als schoffelaar, maar niet als bollenpeller! Dat leek hem niks.
Zoals zovelen komt Jan-Wiebe vervolgens terecht bij de in die tijd grootste werkgever in Joure: Douwe Egberts. Bij dit bedrijf werkt hij in totaal drie jaar in de tabaks voorbewerking aan de lopende band.
Als tweede in de lijn van grootste werkgevers in Joure staat in die jaren: Smit Carrosserie. Na zijn werk aan de lopende band gaat Jan-Wiebe hier aan de slag als plaatwerker. Dit werk houdt onder andere in dat hij plaatwerk plaatst op motorcompartimenten; ramen omkleed met blik; achterkanten en voorkanten op bussen plaatst en bumpers monteert. Ook in die tijd kunnen we hem dus al een handige Harry noemen.
Als Jan-Wiebe tweeëntwintig jaar oud is zijn de palingkwekerijen in opkomst. Een ontwikkeling die zijn aandacht trekt. Dit wil Jan-Wiebe graag doen! Met een oud collega (van Smit) zet hij een kleine opstelling op bij zijn vriend thuis in Jirnsum. Helaas had dit destijds geen kans van slagen: het was te klein en kostte teveel geld.
Na zijn tijd bij Smit en zijn “mislukte palingkweek actie” zoekt Jan-Wiebe met vier van zijn collega’s en inmiddels kameraden te noemen het avontuur op. In deze jaren zijn de uitzendbureaus in opkomst en dit lijkt de mannen wel een uitdaging! We begeven ons inmiddels in het jaar: 1990. Het uitzendbureau waarvoor de vrienden aan de slag gaan bevindt zich in Noord Holland. Jan-Wiebe neemt bij het uitzendbureau verscheidene klussen aan. Van zijn maten vallen de eerste twee al vrij snel weg en hij blijft over met één van zijn kameraden. Jan-Wiebe werkt in deze tijd onder andere als vrachtauto bouwer, gaat aan de slag in verschillende machinefabrieken in Zaandam en steekt opnieuw zijn handen uit de mouwen voor een carrosseriefabriek, ditmaal in Purmerend.
“Dit was een prachtige tijd. Ook in die tijd waren vakmensen al lastig te krijgen, dus er was genoeg te doen!” Aldus Jan-Wiebe.
Van werknemer naar eigen baas
Nadat hij bij verscheidene fabrieken aan het werk is geweest, breekt er een tijd van crisis aan. Er is minder werk en Jan-Wiebe komt in dienst bij Geesink in Emmeloord. Hier last hij de hele dag door zonder dat er variatie in het werk zit. Na twee weken weet hij zeker: dit werk is niet aan hem besteed.
De kameraad waarmee hij een tijd daarvoor was overgebleven (bij het uitzendbureau) komt al gauw naar Jan-Wiebe toe en zegt: ‘Ik kan een klus krijgen in Amsterdam bij Sigma Coatings’. Jan-Wiebe gaat zonder te twijfelen met zijn maat mee. Samen gaan ze aan de slag met een klus die oorspronkelijk twee weken zal duren. Uiteindelijk duurt deze klus zo’n twaalf jaar. Ook breekt hier het moment aan waarop Jan-Wiebe voor zichzelf start.
Jan-Wiebe is inmiddels eenendertig jaar oud als de chef technische dienst van Sigma Coatings hem benaderd. Zijn woorden luidden als volgt: ‘Jij moet voor jezelf beginnen en ik ga je daarbij helpen’. Jan-Wiebe’s antwoord daarop is: “Dat doen we!”
In die tijd werkt Sigma Coatings veel samen met een groot constructiebedrijf bij Amsterdam in de buurt. Een log bedrijf, wat ervoor zorgt dat ze bij Sigma Coatings schoon genoeg hebben van deze samenwerking. Dat biedt dé opening voor Jan-Wiebe. Hij richt in 1996 zijn eigen bedrijf op en krijgt meteen veel opdrachten aangeboden vanuit Sigma Coatings.
Jan-Wiebe woont op dat punt in zijn leven op Het Spant in Joure in een twee onder één kap woning. Hij bouwt eigenhandig een garage aan huis. Deze garage vormt zijn eerste kleine loods. In deze garage steekt hij zijn handen uit de mouwen. Het staal laat hij gewoon bij zijn huis afleveren.
Waar Jan-Wiebe zijn fascinatie voor het werken met staal zijn oorsprong vindt weet hij eigenlijk niet precies. Hij is niet opgegroeid met staal om zich heen of dergelijke, maar vindt het gewoon machtig mooi om te zien hoe imposant groot en tegelijkertijd hoe lomp het materiaal is. Ook het feit dat je het staal zelf op kunt zetten met behulp van kranen vangt zijn aandacht.
De opdrachten die hij uitvoert in zijn garage bestaan op dit punt voornamelijk uit klein staalwerk. Hierbij kun je denken aan: aanrijdbeveiliging voor in de fabriek; trechters; afzuigsystemen en leidingwerk. Wat hij maakt, brengt hij zelf naar Amsterdam toe. Ook eigent Jan-Wiebe zichzelf de taak toe de installatiewerkzaamheden uit te voeren.
Eén van de eerste grotere opdrachten
Jan-Wiebe komt al gauw tot het idee een hal te bouwen voor zichzelf. Dit doet hij in 1998. De locatie van die loods wordt de Ambachtswei in Joure.
Zodra hij de loods klaar heeft krijgt hij al snel een grote opdracht binnen via een collega staalbouwer. Er moet een uitbreiding gebouwd worden aan het pand van G-Star in Amsterdam. Bij deze uitbreiding ging het om een project van in totaal zo’n 35 ton aan staal. Dat zijn twee vrachtwagens vol.
Van werken als eenling naar een bedrijf met personeel
Later dat jaar krijgt Jan-Wiebe zijn eerste personeel. Hij herinnert zich nog goed wie hij als eerste in dienst kreeg. Het was Jelmer: een jonge jongen die hij al eerder trof bij een ander bedrijf. Jelmer was het werk dat hij deed zat. Jan-Wiebe merkt meteen op dat Jelmer een ontzettend kundige en slimme Henkie is. En zo gaat het. Jelmer wil graag aan het werk bij Staalbouw Van den Berg en Jan-Wiebe neemt hem graag aan.
Het personeel breidt zich al snel verder uit. Allard en Tanno komen erbij. En ook Rinus, Jan-Wiebe zijn jongere broer, sluit zich aan bij het groeiende gezelschap. Wanneer ook Libbe zich bij de ploeg voegt wordt het tijd voor een nieuwe hal. Het is inmiddels 2001 en Jan-Wiebe bouwt samen met zijn ploeg de nieuwe hal op De Wielen 5 in Joure waar ze vandaag de dag nog altijd gevestigd zitten.
De eerste écht grote opdracht
Na het project dat Jan-Wiebe doet voor G-Star blijven de grotere projecten zich aanbieden. Net nadat het vijftal mannen de nieuwe loods voor het bedrijf heeft gerealiseerd volgt er een karwei voor Bijlsma. Een karwei waarbij er 340 ton staal moet worden geleverd en gemonteerd onder het dak van een reeds bestaande loods van Scania in Zwolle. Jan-Wiebe deelt: ‘Dat was mijn eerste echte grote uitdaging. We bouwden productiestraten, waar ze bij Scania vrachtauto’s in bouwen. Daarvoor maakten we stalen portalen. Destijds was dit echt een mega klus voor m’n bedrijf.’
Staalbouw van den Berg in 2021
De overgang van een klein naar een groter bedrijf verliep naar eigen zeggen redelijk gestaag. Het kleine staalwerk verandert in de loop der jaren in werkzaamheden in de hallenbouw, zoals: het bouwen van totale staalconstructies; dak-en wandbeplating; trappen en hekwerk.
De economie kent zowel zware periodes als voortvarende periodes. Vandaag de dag heeft Jan-Wiebe zo’n dertigtal personeel in dienst en mag hij zichzelf tot mede eigenaar rekenen van het bedrijf. De eigenaar die er ondertussen bij is gekomen is zoon Wiebe.
Het werken bij het bedrijf valt trouwens niet alleen bij zoon Wiebe in de smaak. Jan-Wiebe zijn vrouw Rolina is al sinds de start van het bedrijf mede-eigenaresse. Ook dochter Sabina en Jan-Wiebe’s vader gaan voor het bedrijf aan de slag. Inmiddels is er dus zeker sprake van een familiebedrijf. Alleen zoon Jeffrey heeft gekozen voor een ander carrièrepad.
Zoals benoemd is zoon Wiebe mede eigenaar van het bedrijf. Dochter Sabina is verantwoordelijk voor de personeelszaken, de administratie en een gedeelte van de financiën. Het overige deel van de financiën wordt opgepakt door Rolina.
Waarde(n) van de onderneming
Staalbouw Van den Berg onderscheidt zich van de concurrent doordat ze alle disciplines zelf in huis hebben. Los van het spuiten/verzinken van de constructies, doen ze alles zelf. Ze tekenen zelf; maken alles zelf; bouwen alles zelf op en beschikken ook zelf over de materialen die daarvoor nodig zijn.
Jan-Wiebe vindt het van waarde dat hij zelf verantwoordelijkheid draagt voor de projecten. Door goede mensen aan te nemen moet hij er naar eigen zeggen ook voor zorgen dat er altijd voldoende werk is. “De mensen die bij ons werken hebben het goed naar de zin, er is maar weinig verloop.”
Binnen Van den Berg is er geen ruimte voor termen als: stand en rang. ‘Die termen bestaan niet binnen ons bedrijf’, deelt Jan-Wiebe. Er heerst binnen de onderneming een nuchtere cultuur. De mensen zijn zeer betrokken en hebben hart voor de zaak. Dit blijkt ook uit het verloop. Jan-Wiebe deelt: ‘er zijn weinig tot geen mensen die vertrekken. Niemand neemt ontslag. Dit komt denk ik door de nuchterheid. Personeel weet wat ze aan ons hebben. Wij staan voor betrouwbaarheid.’
Projecten waar Jan-Wiebe met stipt trots op is
Tot op de dag van vandaag kan Jan-Wiebe met trots zeggen dat Staalbouw Van den Berg tot de categorie groeiende bedrijven behoort. Jan-Wiebe geniet van projecten in alle soorten en maten. Een aantal projecten waar hij met trots aan terugdenkt hebben we voor je op een rij gezet:
De liftschacht van de Universiteit van Amsterdam
Te beginnen met een project dat een aantal jaar geleden samen met een aannemer voor de Universiteit van Amsterdam is gebouwd: een liftschacht met een hoogte van zo’n zestig meter. Zoon Wiebe had op 24-jarige leeftijd de leiding over dit project. ‘Daar ben ik trots op!’ Vertelt Jan-Wiebe.
Watertoren Heuveloord in Utrecht
Een project waar Jan-Wiebe tevens met trots over vertelt is een project van zeven á acht jaar geleden dat ze bouwden in Utrecht. Het ging om de verbouwing van een watertoren, namelijk: Watertoren Heuveloord. In die toren bouwden ze een restaurant; pasten ze een waterbassin aan en maakten ze verdiepingen. Het is inmiddels wel duidelijk: Met staal kun je onwijs veel maken.
Helicopter simulator hal op de marinebasis
Op de marinebasis in Den Helder realiseerde het bedrijf een prachtig project, namelijk: een helicopter simulator hal. Tot het moment waarop deze hal gebouwd werd moesten helikopterpiloten in opleiding voor hun trainingen naar Italië afreizen. Er was namelijk in Europa maar één simulator. De Marine heeft er toen voor gekozen om ook in Den Helder zo’n simulator te plaatsen en om die reden werd Van den Berg ingehuurd om de gehele hal voor deze simulator te creëren.
Bushokje in Oudehaske
Ook de kleinere projecten blijven Jan-Wiebe niet onopgemerkt. ‘Het bushokje in Oudehaske was een kleine klus, maar niet minder leuk’, laat hij weten. ‘Mijn Pake zat vroeger altijd in dat oude houten bushokje, ze noemden dat toen altijd: De Beurs. Die oude mannen zaten in dat hokje elke ochtend bij te praten. Dus mijn Pake heeft denk ik zo’n dertig, veertig jaar in dat oude bushokje gezeten elke dag om een praatje te maken. Dat bushokje mochten wij vervangen en is inmiddels dus van staal. Zo’n verhaal uit de geschiedenis maakt zo’n relatief klein project gelijk weer heel bijzonder.’
De huidige markt
Er zijn momenteel een aantal trends gaande in de bouw. Jan-Wiebe vertelt dat er telkens meer staal te zien is in de woningbouw. Ook cortenstaal is in opkomst. Dat is een speciaal soort staal wat ze bij Staalbouw Van den Berg ook maken. Een aantal jaar geleden bouwde het bedrijf in opdracht van een boekhandel een groot gebouw volledig in cortenstaal. Dat type staal roest, maar stopt op een gegeven moment met doorroesten. Hierna vergaat het nooit weer en hoef je het ook niet te behandelen.
Toekomstplannen
Los van het feit dat ze zo nu en dan wel eens een klus voor de buren (Dotec Engineering) in het buitenland uitvoeren, heeft Jan-Wiebe geen voornemens om klussen buiten de Nederlandse grenzen aan te nemen.
De ondernemer is blij met het aantal aan personeel wat hij en Wiebe nu in dienst hebben en verwacht de komende tijd geen grote uitbreidingen hiervan. Jan-Wiebe hoopt vooral dat hij mag blijven doen wat hij zo leuk vindt aan zijn werk: ‘Mooie projecten maken. Projecten waar we met ons team super trots op kunnen zijn.’
Tot slot komen ook Jan-Wiebe’s jeugddromen uit
Het ondernemen smaakt voor Jan-Wiebe naar meer. Zo komt hij terug op de wens die hij als jonge jongen koestert en neemt hij samen met een compagnon de Palingfabriek over van Troelstra Aquacultuur. Leuk weetje: In 2017 verbouwde Staalbouw van den Berg de Palingfabriek nog voor de oude eigenaar.
De drijvende kracht van de Palingfabriek is Jan-Wiebe’s zevenentwintigjarige compagnon. Jan-Wiebe gaat wekelijks langs bij De Palingfabriek om te praten over de financiële zaken; de verkoopgegevens en over het kweken op zich.
Voor dit bedrijf hebben Jan-Wiebe en zijn compagnon mooie toekomstplannen. Momenteel doen ze zelf het kweken en de verkoop (aan particulieren en bedrijven). In de toekomst willen ze er graag een winkeltje bij bouwen en zijn ze voornemens de palingen zelf te gaan roken.
Afsluitend
Dit was het verhaal over de geschiedenis van het bedrijf en de hedendaagse gedachten van Jan-Wiebe. Bedankt voor je aandacht!